Middagconcert

Begin de middag met Bach, en dan vooral met twee van zijn driestemmige Inventionen of Sinfonia’s, bewerkt voor een ronduit fabuleus strijktrio. Dan springen we een eeuw vooruit naar Beethovens eerste Trio uit opus 9, drie composities waarop de 28-jarige Ludwig tot dan het meest trots was. Hij begon hier duidelijk zijn eigen stijl te schetsen, voorzichtig los van zijn oer-Klassieke leermeesters. Kort daarop zou hij zich echter aan het strijkkwartet wagen en nog hogere toppen scheren. Dohnányi’s Serenade blijkt nog zo’n werk waarmee de componist zijn onafhankelijkheid uitroept, in dit geval van de laat-Romantiek. De serenadevorm is nog Brahms-achtig – een groot fan van Dohnányi – maar de inhoud wijst naar nieuwe harmonieën deels geïnspireerd op Hongaarse volksmuziek.

Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) Sinfonia’s 11 & 12 (arr. voor strijktrio)
Ludwig van Beethoven (1770 – 1827) Strijktrio nr. 1 in G op.9
Ernő von Dohnányi (1877 – 1960) Serenade in C
Noa Wildschut | viool
Takehiro Konoe | altviool
Anton Spronk | cello